Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want de goddeloze [5]roemt over den wens zijner ziel; hij [6]zegent den gierigaard, hij [7]lastert den HEERE. 5. Vastelijk menende dat hij zijn aanslag zal volbrengen en zijn wens verkrijgen. Anders: hij prijst naar den lust zijner ziel, dat is, wien hij maar wil; bij exempel den gierigaard, gelijk volgt. Of, hij beroemt zich over den wens zijner ziel; dat is, over zijn boze lusten, als hij die volbracht heeft. 6. Dat is, hij houdt en rekent den onrechtvaardige, die door gierigheid den arme verdrukt, gelukkig te zijn. Zie Deut.29:19. Anders, de gierige, [terstond genoemd goddeloze] vloekt [en] lastert den Heere; gelijk zegenen somtijds voor vloeken genomen wordt. Zie 1 Kon.21:10. Of, de gierigaard zegent [zechzelven]. 7. Of, tergt.